Geen belastingrente vergoed omdat verminderingsbeschikking nog niet was afgegeven
Alle pagina's gelinkt aan
Samenvatting
Op 11 oktober 2019 heeft de inspecteur de definitieve aanslag IB/PVV 2016 aan belanghebbende opgelegd. Op 18 oktober 2019 is de definitieve aanslag IB/PVV 2015 vastgesteld resulterend in een verlies uit werk en woning. Hiervan blij_ € 6.755 onverrekend. Op 6 maart 2020 heeft de inspecteur het verlies uit werk en woning over 2014 vastgesteld op € 5.873. Na bezwaar wordt dit verlies op 27 augustus 2021 vastgesteld op € 10.273, waarvan € 8.903 voorwaarts verrekenbaar is. Bij beschikking van 20 september 2021 is de definitieve aanslag IB/PVV 2016 verminderd met de verrekenbare verliezen van € 15.658. Na tevergeefs bezwaar komt belanghebbende in beroep. Belanghebbende stelt dat hij recht heeft op vergoeding van belastingrente omdat de inspecteur de aan hem toekomende teruggaven ten onrechte en te lang onder zich heeft gehouden. Bij de aanslagregeling 2016 had de inspecteur rekening moeten houden met verrekening van de verliezen omdat deze al in de aangifte IB/PVV 2016 waren vermeld. De rechtbank verwerpt het beroep. Verliezen kunnen pas worden verrekend nadat deze zijn vastgesteld bij voor bezwaar vatbare beschikking. Ten tijde van het opleggen van de aanslag IB/PVV 2016 waren de verliezen nog niet vastgesteld. Verliesverrekening was toen wettelijk gezien niet mogelijk. Voorts is er geen wettelijke basis voor het vergoeden van belastingrente. De stelling dat de inspecteur rekening had moeten houden met de verliezen omdat deze in de aangifte waren opgenomen wordt verworpen reeds omdat uit het aangiftebiljet niet blijkt dat deze verliezen waren aangegeven.
(Beroep ongegrond.)
Noot
Een verrekenbaar (fiscaal) IB-verlies ontstaat pas op het moment dat dit door de inspecteur bij een voor bezwaar vatbare beschikking is vastgesteld (de verliesvaststellingsbeschikking). Dit verlies kan vervolgens worden verrekend met positief inkomen uit de drie voorgaande kalenderjaren (carry back) en negen volgende kalenderjaren (carry forward). De verrekening van dit verlies geschiedt nadat de inspecteur een verliesverrekeningsbeschikking heeft vastgesteld.
De formalisatie van deze verliesverrekeningsbeschikking vindt gelijktijdig plaats met het vaststellen van de aanslag over het jaar waarmee het verlies wordt verrekend (carry forward), dan wel het jaar waarin het verlies wordt vastgesteld (carry back).
In de voorliggende procedure is belanghebbende opgekomen tegen de verminderingsbeschikking over het jaar 2016. De definitieve aanslag, die is vastgesteld op 11 oktober 2019, is door de inspecteur verminderd vanwege vastgestelde verliezen over de jaren 2014 (naar aanleiding van een verzoek om ambtshalve vermindering) en 2015. Deze verliesvaststellingsbeschikkingen zijn van latere datum dan de vaststelling van de definitieve aanslag 2016.
Belanghebbende meent, hoewel de verliesverrekeningen juist hebben plaatsgevonden, dat hij recht heeft op vergoeding van belastingrente. De inspecteur had rekening moeten houden met de verliezen uit 2014 en 2015 en bovendien zouden deze verliezen in de aangifte over 2016 al zijn geclaimd.
De rechtbank gaat (terecht) niet mee in de stellingname van belanghebbende. Op het moment dat de aanslag over het jaar
2016 werd vastgesteld, waren er geen verliezen vastgesteld over de jaren 2014 en 2015. Er viel dan simpelweg ook niks te verrekenen met het positieve inkomen uit 2016. Gegeven die omstandigheden bestaat er geen wettelijke basis om belastingrente te vergoeden. Dat neemt echter niet weg dat ik mij de (ogenschijnlijke) deuk in het rechtvaardigheidsgevoel van belanghebbende wel (enigszins) kan voorstellen.
In de uitspraak lees ik immers terug dat bij belanghebbende het gevoel is ontstaan dat de inspecteur eerst de aanslag 2016 heeft willen vaststellen zodat (nog) geen rekening met verliezen hoefde worden gehouden.
Het is echter opmerkelijk dat de belanghebbende niet is opgekomen tegen de definitieve aanslag over het jaar 2016 als hierin kennelijk geen rekening is gehouden met de geclaimde verliezen. Overigens volgt uit het uittreksel van het aangiftebiljet niet dat de verliezen daadwerkelijk zijn geclaimd, hetgeen weer in lijn ligt met het feit dat er nog geen verliezen waren vastgesteld.
Het had dan ook op de weg van de belastingadviseur gelegen om zijn cliënt hierover volledig te informeren. Dit had belanghebbende in ieder geval frustratie, tijd en geld bespaard.
Stuur een reactie naar de auteur