Belastingdienst traag? Verlaag de rente
Alle pagina's gelinkt aan
Alles duurt tegenwoordig lang bij de Belastingdienst. De doorlooptijden zijn de afgelopen jaren enorm opgelopen. Het is tegenwoordig helaas geen uitzondering meer dat een boekenonderzoek langer dan een jaar duurt. Tegelijkertijd is het tarief voor de belastingrente inmiddels gestegen tot 7,5% en voor de vennootschapsbelasting tot maar liefst 10%. De traagheid van de Belastingdienst kost u dus veel geld als uit een onderzoek een naheffing of navordering van belasting volgt. In dit blog leest u wat u hiertegen kunt doen.
Knelpunten doorlooptijden en rente
In een onlangs verschenen knelpuntennotitie van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB), waaraan ik heb meegeschreven, is het volgende knelpunt gesignaleerd:
“De NOB constateert dat de doorlooptijden bij de Belastingdienst de afgelopen jaren erg zijn opgelopen. Of het nu gaat om een controle, een verzoek om vooroverleg of het administratief afwikkelen van een procedure of compromis, het duurt erg lang voordat de Belastingdienst een post afwikkelt. Door deze vertraging in de processen staat de slagkracht van de fiscus onder druk. Als na maanden wachten en onzekerheid voor de belastingplichtige een reactie van de Belastingdienst wordt ontvangen, moet de adviseur zich opnieuw inlezen in het dossier. Dit zorgt voor hogere kosten en irritatie aan de zijde van de belastingplichtige, wat resulteert in een negatievere houding van belastingplichtigen richting de Belastingdienst. Het personeelstekort bij de dienst is een belangrijke oorzaak van dit probleem. Ook spelen aan de kant van de dienst de verouderde ICT en een aantal probleemdossiers een rol, waaronder het ‘rechtsherstel box 3’ en andere politiek gevoelige dossiers waar veel discussies over ontstaan en die veel menskracht aan het reguliere proces onttrekken.”
En:
“In de wet is geen regelgeving opgenomen omtrent de termijnen waarbinnen een boekenonderzoek plaats moet vinden. De facto betekent dit dat de inspecteur in beginsel een boekenonderzoek net zo lang kan laten duren als de termijnen die gelden voor het opleggen van navorderings- of naheffingsaanslagen (in beginsel vijf jaar). Een belastingplichtige behoort niet zo lang in onzekerheid te verkeren over zijn fiscale positie.”
En over de hoogte van de belastingrente staat in deze knelpuntennotitie:
“De genoemde onevenwichtigheden worden versterkt door de hoogte van de rentepercentages. Het huidige belastingrentepercentage bedraagt 10% voor de vennootschapsbelasting en 7,5% voor de overige belastingmiddelen. Belastingplichtigen ervaren deze rentepercentages als onredelijk hoog.”
Belastingrente
Als de aangifte tijdig wordt ingediend en de inspecteur de aangifte volgt bij het vaststellen van de aanslag, is er in het geheel geen belastingrente verschuldigd. Als de inspecteur echter afwijkt van de ingediende aangifte, ook al is het slechts een geringe afwijking van de ingediende aangifte, is belastingrente verschuldigd over het gehele bedrag van de aanslag.
Belastingrente is ook verschuldigd als buiten de reguliere termijn een aanslag wordt opgelegd. Met de reguliere termijn wordt bedoeld: je doet voor 1 mei aangifte en ontvangt voor 1 juli de aanslag (over het voorgaande jaar). De reden hiervoor is simpel: wie zijn belastingen te laat betaalt, moet het rentenadeel vergoeden dat de schatkist daardoor lijdt.
Voor naheffingsaanslagen geldt dat belastingrente wordt gerekend als de aanslag wordt opgelegd in een later jaar dan het jaar waarop de aanslag betrekking heeft. Als bijvoorbeeld naar aanleiding van een boekenonderzoek op 31 december 2028 € 100.000 aan omzetbelasting wordt nageheven over het jaar 2024, dan is over een periode van vier jaar belastingrente verschuldigd (van 1 januari 2025 tot 31 december 2028). Uitgaande van het huidige tarief van 7,5% gaat het om een bedrag van maar liefst € 30.000 (vier keer € 7.500). Als het boekenonderzoek een jaar onnodige vertraging oploopt kost dat de ondernemer dus € 7.500 aan belastingrente, ongeacht of de vertraging aan hem te wijten is of niet.
Rentestop werkt niet bij een boekenonderzoek
Er bestaat zoiets als een rentestop. Dit houdt in dat als de belastingplichtige de Belastingdienst verzoekt om een aanslag op te leggen, de inspecteur van de Belastingdienst een termijn van 10 of 12 weken krijgt om een aanslag op te leggen (art. 30fc lid 5 en art. 30h lid 3 AWR). Legt hij de aanslag later op, dan is geen rente verschuldigd over de periode langer dan 10 of 12 weken na ontvangst van het verzoek door de inspecteur. Dit geldt dus alleen bij ‘aanslagen op verzoek’. Daar zal bij een boekenonderzoek vaak geen sprake van zijn. De rentestop kan wel reden zijn om na de aankondiging van een boekenonderzoek een btw-suppletie in te dienen. Dit is immers een verzoek om een naheffingsaanslag op te leggen, wat dus de rente beperkt als de controle lang duurt.
HR: rente matigen bij onredelijk lang wachten & voorzienbaar rentenadeel
In een arrest uit 2012 oordeelde de Hoge Raad dat de Belastingdienst de rente moet matigen als “de inspecteur met het opleggen van een navorderingsaanslag onredelijk lang heeft gewacht, terwijl hij wist, of behoorde te weten, dat de belastingplichtige hierdoor per saldo een rentenadeel lijdt”. In dat geval is namelijk het zorgvuldigheidsbeginsel geschonden en dat leidt dus tot matiging van de rente. Dit geldt overigens ook voor naheffingsaanslagen.
In de praktijk zal het tot discussies met de Belastingdienst leiden als je om deze reden verzoekt om matiging van de rente. De inspecteur zal bijvoorbeeld stellen dat hij niet onredelijk lang heeft gewacht met het opleggen van een aanslag. Hij heeft weliswaar lang over het boekenonderzoek gedaan, maar pas tegen het einde van de controle wist hij voor welk bedrag hij een aanslag moest opleggen. Dat lijkt mij geen goed argument. Als de inspecteur alle informatie tot zijn beschikking heeft om het boekenonderzoek uit te kunnen voeren, maar hij daarmee wacht, dan komt de vertraging naar mijn mening voor zijn rekening. Deze opvatting is in de literatuur ook verdedigd.
Een ander discussiepunt zal zijn of sprake is van een rentenadeel. Iemand die zijn vermogen lucratief belegt, zal waarschijnlijk geen rentenadeel lopen als de inspecteur treuzelt met het opleggen van een aanslag. Maar iemand die de aanslag moet betalen uit spaargeld of lopende inkomsten wel. Die ontvangt immers (lang) geen 7,5% tot 10% rente op zijn spaargeld.
Qua ‘wist of behoorde te weten’ van het rentenadeel door de inspecteur is van belang dat de inspecteur bij uitstek op de hoogte is van de financiële handel en wandel van zo ongeveer iedere Nederlander. Bij wijze van aangifte en ook tijdens een fiscale controle ontvangt hij veel informatie, waardoor hij goed kan inschatten of iemand een rentenadeel loopt als een aanslag op zich laat wachten. Wat kan helpen is de inspecteur gedurende het onderzoek aansporen om tot afronding te komen waarbij wordt gewezen op het rentenadeel dat kan ontstaan door zijn getreuzel. Het is in sommige gevallen ook mogelijk om gedurende de controle een afspraak te maken met de inspecteur over het beperken van de rente, mocht het tot naheffing of navordering komen.
Conclusie
De Belastingdienst is ernstig verstopt geraakt door een opeenstapeling van interne problemen. De fiscale processen duren daarom langer dan voorheen en dit leidt tot frustratie en financieel nadeel bij belastingplichtigen. Dit wordt versterkt door de forse stijging van de tarieven van de belastingrente per 1 januari 2024. In bepaalde gevallen is wettelijk geregeld dat de rente moet worden beperkt, de zogenoemde rentestop, namelijk als een verzoek is gedaan om een aanslag op te leggen. In het geval van een boekenonderzoek is daarvan in de regel geen sprake, terwijl zo’n onderzoek jarenlang kan duren. In dat geval kan er reden zijn de belastingrente te matigen op grond van het zorgvuldigheidsbeginsel. Daarvoor bestaat volgens de jurisprudentie aanleiding als “de inspecteur met het opleggen van een navorderingsaanslag onredelijk lang heeft gewacht, terwijl hij wist, of behoorde te weten, dat de belastingplichtige hierdoor per saldo een rentenadeel lijdt”.
Stuur een reactie naar de auteur