Belastingambtenaar veroordeeld voor passieve ambtelijke omkoping

NLF2024/2353

Rechtbank Den Haag 30 september 2024, 09/010251-22, ECLI:NL:RBDHA:2024:15487

SAMENVATTING

In deze strafzaak wordt de verdachte in het bijzonder verweten dat hij in zijn hoedanigheid van ambtenaar bij de Belastingdienst in ruil voor geld kentekens heeft bevraagd en de daarbij behorende informatie aan derden heeft verstrekt. Dit wordt ook wel ‘passieve ambtelijke omkoping’ genoemd. Verder wordt de verdachte computervredebreuk en witwassen verweten.

In dit vonnis komt Rechtbank Den Haag tot een bewezenverklaring van feiten. Zij legt de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 36 maanden en een beroepsverbod van 5 jaar op.

NOOT

Ambtelijke omkoping, niet direct fiscaal. Maar omdat het om een deurwaarder gaat die werkzaam is bij de Belastingdienst en gegevens verkocht die hij door zijn functie kon raadplegen toch boeiend in ons fiscaal medium.

Uit de uitspraak is op te maken dat de veroordeling van de ambtenaar ziet op het feit dat hij is benaderd om tegen betaling de aan kentekens gekoppelde persoonsgegevens te leveren. Gedurende anderhalf jaar heeft hij van ongeveer honderd kentekens (persoons)gegevens geleverd, vermoedelijk tegen betaling van (in totaal) € 5.000. Eén van de bevraagde kentekens was betrokken bij een rip-deal. Kort na de bevraging van twee andere kentekens is de eigenaar nabij zijn woning geliquideerd. Een directe koppeling is niet te maken, maar de suggestie is wel dat een en ander is vergemakkelijkt door het verstrekken van de gegevens door de deurwaarder. Hoewel ik er vaak moeite mee heb dat niet-bedoelde gevolgen de strafmaat beïnvloeden, geeft het zeker in dit geval wel de ernst aan van het delict. De kans dat de gegevens voor iets onschuldigs zouden worden gebruikt, lijkt me inderdaad klein.

Niet voor niets krijgt de deurwaarder een stevige gevangenisstraf, die zelfs hoger uitvalt dan de eis van de officier van justitie.

De fiscale geheimhoudingsplicht

Gegevens die de Belastingdienst heeft, moeten in beginsel geheim blijven. De in artikel 67 AWR geregelde geheimhoudingplicht beoogt onder andere te bevorderen dat belastingplichtigen niet te terughoudend zijn met het verstrekken van gegevens uit angst dat deze vervolgens op straat komen te liggen. Niet iedereen heeft er veel vertrouwen in dat gegevens bij de overheid, de Belastingdienst zeker niet uitgezonderd, veilig zijn. Het lijkt me duidelijk dat een zaak als deze daar niet aan bijdraagt.

Passieve ambtelijke omkoping

Omkoping is een vorm van corruptie. Het gaat om het aannemen van een betaling terwijl de ambtenaar weet dat de ander in ruil daarvoor iets van hem verwacht. Actieve omkoping is omkopen, passieve omkoping is omgekocht worden. Het ‘ambtelijke’ spreekt redelijk voor zich.

Overigens lijkt het er in de uitspraak op dat de (ontkende) betalingen niet erg hard zijn aangetoond. Het wordt afgeleid uit wat chatberichten, die erop wijzen. We gaan er theoretisch wel van uit dat het bewijsstelsel fiscaal en strafrechtelijk erg van elkaar verschilt, ik waag dat soms een beetje te betwijfelen.

Stapelen van delicten

Zoals gebruikelijk worden er in een strafzaak delicten ‘gestapeld’. In dit geval is naast de omkoping het verwijt ook computervredebreuk en witwassen. Passieve omkoping als medewerker bij de Belastingdienst laat zich in dit digitale tijdperk toch niet indenken zonder ook de computers van de werkgever te gebruiken waarvoor ze niet zijn bedoeld. Een veroordeling voor onbevoegd computergebruik is dus wellicht logisch, maar komt toch over als een onnodige ‘aanvulling’. Een beetje hetzelfde geldt voor het witwassen. Het ontvangen bedrag, waarvan ontvangst weliswaar bewezen wordt geacht, maar de hoogte toch onduidelijk blijft en toch niet enorm is, is waarschijnlijk gebruikt om te winkelen. Dat voldoet weliswaar aan de delictsomschrijving van witwassen (maar dat doet iets al snel), maar is toch nauwelijks serieus te nemen als witwasdelict. Voor de hoogte van de straf was de stapeling van delicten niet nodig.

Ik kan de uitspraak volgen evenals de best forse strafoplegging. Maar zouden we in een tijdperk waar de rechterlijke macht (ook het OM trouwens) zo onder (tijds)druk verkeert, ons niet beperken in de stapeling van delicten die natuurlijk toch gewoon tijd en aandacht kost?

mr. B.J.G.L. Jaeger
Jaeger Advocaten-belastingkundigen

Dit bericht werd geplaatst in: Fiscale procedures

Stuur een reactie naar de auteur