“De bijl aan de wortel van de rechtsstaat”

Met een uitzonderlijke aangifte tegen het Ministerie van Financiën wegens verdenking van het beïnvloeden van getuigen geeft de president van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een nieuwe wending aan de ‘tipgeversprocedures’. De president van het gerechtshof licht het als volgt toe: “Hier lijkt het erop dat de overheid zichzelf niet aan de regels wil houden. […] Dit is de bijl aan de wortel van de rechtstaat”.

Tipgeversprocedures

De tipgeversprocedures draaien om een tipgever die in 2009 namen en gegevens van vermeende zwartspaarders aan de belastingdienst verkocht. De belastingdienst heeft deze gegevens vervolgens gebruikt om navorderingsaanslagen met boeten op te leggen. De vermeende zwartspaarders eisten in verscheidene procedures bij de rechtbank dat de identiteit van de tipgever werd onthuld. Zij achtten dat nodig om de betrouwbaarheid van de informatie te kunnen vaststellen.

De geheimhoudingskamer van rechtbank Arnhem heeft in 2012 geoordeeld dat de identiteit van de tipgever moest worden bekendgemaakt. Daaraan heeft de belastingdienst echter geen gevolg gegeven; zij weigerde de identiteit van de tipgever bekend te maken. Vervolgens heeft de rechtbank de zaak inhoudelijk verder behandeld.

In het door de vermeende zwartspaarders ingestelde hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem werden twee ambtenaren onder ede gehoord. Zij weigerden de naam van de tipgever te noemen. In dat zwijgen volhardden zij, hoewel het hof hen wees op hun plicht tot antwoorden. Een belastingambtenaar heeft namelijk geen zwijgrecht. De ambtenaren zeggen de opdracht tot zwijgen van bovenaf te hebben gekregen. De Landsadvocaat gaf namens het Ministerie van Financiën de volgende verklaring voor het zwijgen van de ambtenaren: “Er spelen hier andere belangen en er heeft op hoge niveaus afstemming plaatsgevonden.”

Aangifte

De vermeende zwartspaarders hebben het gerechtshof vervolgens verzocht om strafrechtelijke aangifte te doen. Bij een verdenking als deze is het gerechtshof daartoe verplicht. Het gerechtshof heeft dan ook op 11 november jl. aangifte gedaan tegen van de verdenking dat door of namens het Ministerie van Financiën opzettelijk instructies zijn gegeven om de vrijheid van de getuigen om naar waarheid of geweten ten overstaan van een rechter een verklaring af te leggen, te beïnvloeden.

Het gaat het gerechtshof bij deze aangifte om het feit dat getuigen namens het Ministerie van Financiën vermoedelijk zijn geïnstrueerd om ten overstaan van een rechter te zwijgen. In de uitzending van Nieuwsuur van 28 november jl. lichtte de president van het gerechtshof zijn keuze om tot strafvervolging over te gaan als volgt toe: “Het gaat in deze zaak om de rechtsstaat. Hier lijkt het erop dat de overheid zichzelf niet aan de regels wil houden. […] Dit is de bijl aan de wortel van de rechtstaat”.

Als het het Ministerie van Financiën inderdaad heeft gehandeld zoals wordt vermoed, dan is dat in strijd met een behoorlijke rechtspleging. Het Openbaar Ministerie zal de aangifte van het gerechtshof niet gemakkelijk naast zich neer kunnen leggen. Zou het Openbaar Ministerie onverhoopt toch niet overgaan tot vervolging, dan kan het gerechtshof nog een zogeheten artikel 12 Sv-procedure starten bij een ander gerechtshof. Het andere gerechtshof toetst of een vervolging van het Ministerie van Financiën haalbaar zou zijn en of die vervolging opportuun is. Oordeelt dat gerechtshof dat aan beide criteria is voldaan, dan beveelt het alsnog de vervolging.

Dat het Ministerie van Financiën weigert zich aan de wet te houden, is onacceptabel binnen een rechtsstaat. Een rechtsstaat is een staat waarin de overheidsmacht aan banden wordt gelegd door het recht. Als een overheid of een functionaris zijn macht misbruikt, is er per definitie geen sprake van een rechtsstaat, maar van een gebrek daaraan.

Dit bericht werd geplaatst in:

Stuur een reactie naar de auteur