Beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit is onredelijk laat ingediend
Alle pagina's gelinkt aan
NTFR2012/495 Beroep tegen hetniettijdig nemen van een besluitis onredelijk laatingediend
RechtbankLeeuwarden3oktober2011,nr.11/00814
Belastingjaar/tijdvak Wetsartikelen
Auteur LJN
ECLI
2011Brondocument Awb-art. 6:2
Awb-art. 6:12
mr. I.R.J. Thijssen BU4091
ECLI:NL:RBLEE:2011:BU4091
Samenvatting
Aanbelanghebbende is innovember 2005 eenaanslag inhetrechtvansuccessie opgelegd.De accountantvanbelanghebbende heeft
hierop bijbriefvan4 januari 2006 gereageerd.Bijbriefvan11 maart2011 vraagtde (nieuwe) gemachtigde aande inspecteur waarom hijnietheeftgereageerd op eenbezwaarschriftvan4 januari 2006.
Voor de rechtbank is ingeschilofde briefvan4 januari 2006 eenbezwaarschriftwas enofhetberoep tegenhetniettijdig nemenvan eenbesluittijdig is ingediend.De nieuwe gemachtigde geeftaandatzijeind 2010 totde conclusie is gekomendatsprake is geweest vaneeningediend bezwaarschrift,maar datde opsteller vandie briefzichdatdestijds nietheeftgerealiseerd.De rechtbank overweegt datnutotomstreeks eind 2010 nietde bewustheid aanwezig was dater sprake was vaneeningediend bezwaarschrift,nietgesproken kanwordenvan‘wachten’ op eenuitspraak.De omstandigheid datbelanghebbende overleg heeftgevoerd metverweerder,eneen procedure heeftgevoerd bijde Nationale Ombudsmanduidter juistop datzijgeenformele rechtsgang meer openzag staan.De rechtbank is vanoordeeldatbelanghebbende dermate lang heeftstilgezetendateenieder er op mochtvertrouwendatzijvanhet beroep zouafzien.
(Beroep niet-ontvankelijk.)
Commentaar
Ingeschilis onder meer ofde briefvan4 januari 2006 als een(overigens na afloop vande inart.6:7 Awb vermelde bezwaartermijn
ingediend) bezwaarschriftis aante merkentegende aanslag successierechtvan17 november 2005.Gezienhetfeitdatde betreffende aanslag ter behoud vanrechtenis opgelegd zonder rekening te houdenmetde door belanghebbende geclaimde bedrijfsopvolgingsfaciliteit,lijktmijde briefvan4 januari 2006 – waarin(nogmaals) verzochtwordtom toepassing vande betreffende faciliteit– onmiskenbaar blijk gevenvanonvrede metde door de inspecteur opgelegde aanslag successierecht.Deze blijk vanonvrede maaktdateenschriftelijk stuk moetwordenaangemerktals eenbezwaarschrift,ongeachtde bedoeling ofbewustheid vande indiener ervan.De rechtbank laatde vraag ofdaadwerkelijk sprake is vaneenbezwaarschriftechter onbeantwoord enbeperktzichtotde beantwoording vande vraag ofhetberoepschrift‘onredelijk laat’ is ingediend (exart.6:12,lid 4,Awb).De gemachtigde diende pas op 1 april2011 beroep integenhetniettijdig doenvaneenuitspraak op hetbezwaarschriftvan4 januari 2006 ende rechtbank vindtdat– nietgeheelonbegrijpelijk – onredelijk laat.
Hoewelhetindienenvaneenbezwaar- ofberoepschriftdatis gerichttegenhetniet-tijdig nemenvaneenbesluitnietis gebondenaan eentermijn,kanhetechter nietonredelijk laatwordeningediend.Hethangtafvande omstandighedenvanhetgevalofeenbezwaar- of beroepschriftonredelijk laatis ingediend.Metde term ‘onredelijk laat’ uitart.6:12,lid 4,Awb,wordtvolgens de wetsgeschiedenis ‘voorkomendateenbezwaar ofberoep nog ontvankelijk is nadatde belanghebbende zolang heeftstilgezetendateenieder erop mocht vertrouwendathijvanberoep zouafzien.(…) Hetvorenstaande geldtuiteraard ook voor de fiscale procedure.Nude termijnwaarbinnen op eenbezwaarschriftmoetwordenbeslistop 12 maandenis gesteld,zalmenhetberoep vande belastingplichtige nietonredelijk laat oordelenindienhijnog geruime tijd daarna op enbeslissing vanhetbestuur blijftwachten.’ Aldus verondersteltde wetgever eenrelatie tussende lengte vande beslistermijnvaneeninspecteur ende termijnwaarbinnenbezwaar ofberoep moetzijningesteld vanwege het niettijdig nemenvaneenbesluitdoor de inspecteur.Sinds 1 januari 2008 is als gevolg vande Wetversterking fiscale rechtshandhaving de termijnwaarbinneneeninspecteur moetbeslissenop eenbezwaarschriftteruggebrachtvanéénjaar (zie art.25,lid 1,AWRoud) tot zes weken(zie art.7:10,lid 1,Awb).Door deze aanzienlijke verkorting vande beslistermijnvande inspecteur veronderstelik dateen
belastingplichtige veeleerder danvoorheende hem ter beschikking staande rechtsmiddelenmoetaanwendentegente trage besluitvorming door inspecteur.
[1]Mr.I.R.J.Thijssenis verbondenaanJaeger Advocaten-belastingkundigen.
Bron:http://www.ndfr.nl/link/NTFR2012-495 Datum:11-4-2016 16:32:39
Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten van deze tekst worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers. Niets uit NDFRmag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand ofopenbaar gemaakt in enige vorm ofop enige wijze, hetzij elektronisch,mechanisch, door fotokopieën, opnamen ofenige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
All rights reserved. No part ofthis publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical,
photocopying, recording or otherwise, without the publisher’s prior consent.
Dit bericht werd geplaatst in:
Fiscale procedures 6:12 awb onredelijk laat beslistermijn aanslag erfbelasting
Stuur een reactie naar de auteur