Bibob-problematiek als strafmatigende factor in strafzaken

Verdachten van fraude of witwassen worden regelmatig geconfronteerd met de Wet Bibob. Niet alleen een strafrechtelijke veroordeling, maar zelfs al de status van verdachte kan voor gemeenten voldoende zijn om vergunningen niet te verstrekken. Of zelfs om al eerder verleende vergunningen in te trekken. Hoewel dit bestuursrechtelijke procedures betreft, leert recente jurisprudentie dat de impact hiervan meeweegt in strafzaken.

Wet Bibob

Raakt u als verdachte betrokken bij een strafzaak, dan loopt u het risico dat uw vergunningsaanvragen kritisch worden beoordeeld in het licht van de Wet Bibob (de Bibob). De Bibob beoogt te voorkomen dat het plegen van strafbare feiten door de overheid wordt gefaciliteerd. De wet heeft een preventief karakter en is niet gericht op het bestraffen van personen.

De  Bibob biedt een instrumentarium om te voorkomen dat de overheid, door de aanbesteding van opdrachten of het verlenen van subsidies of vergunningen, onbedoeld criminele activiteiten faciliteert. Zeker in branches zoals de horeca en het vastgoed zijn partijen afhankelijk van door de gemeente verstrekte vergunningen. Zo kunnen gemeenten met de Bibob in de hand bijvoorbeeld de horecaexploitatie- of omgevingsvergunning afwijzen of intrekken als zij menen dat door een veroordeling van een betrokken partij voor een misdrijf, ja zelfs bij een verdenking daarvan, ernstig gevaar bestaat dat de vergunning zal worden gebruikt om met het plegen van strafbare feiten verdiend geld te gebruiken of strafbare feiten te plegen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een vastgoedproject waarvan de gemeente vreest dat, omdat een vertegenwoordiger van de projectontwikkelaar in het verleden betrokken was bij hennepteelt, door het verstrekken van een bouwvergunning met hennephandel verdiend vermogen wordt geïnvesteerd in het op te trekken appartementencomplex. Of dat het op te trekken appartementencomplex ook wordt gebruikt om hennep in te telen.

Impact Bibob na strafzaak

De Bibob houdt de regel ‘eens een boef, altijd een boef’ in stand. Dit ondanks dat criminologisch onderzoek leert dat een strafrechtelijke veroordeling in het verleden weinig zegt over de kans dat in de toekomst (soortgelijke) feiten door de veroordeelde opnieuw worden gepleegd. Zeker na enig tijdsverloop of bij misdrijven waar recidive weinig voorkomt, zoals fraude, is de kans dat een veroordeelde opnieuw in de fout gaat, (nagenoeg) even groot als bij niet veroordeelde ‘gewone burgers’. De grondslag voor het veronderstelde ernstige gevaar voor misbruik van verstrekte vergunningen is alleen daarom al wankel te noemen.

Dat neemt niet weg dat de toepassing van de Bibob ertoe kan leiden dat het de betrokken personen onmogelijk wordt gemaakt om in bepaalde branches werkzaam te zijn. Het steeds vaker voor dat het Openbaar Ministerie een gemeente tipt dat voor een misdrijf veroordeelde personen bezig zijn met de ontwikkeling van een project waarvoor die gemeente vergunningen verstrekt. Ook veroordeelden die definitief afstand hebben genomen van hun criminele carrière kunnen zo nog vele jaren, nadat de strafrechtelijke vervolging is afgewikkeld nadelige gevolgen ondervinden. Hun herintegratie in de maatschappij wordt daarmee gehinderd, zo niet onmogelijk gemaakt.

Erkenning strafrechter impact Wet Bibob

De toepassing van de Bibob betreft bestuursrechtelijke procedures. Die staan los van een strafrechtelijke vervolging. Bij het bepalen van de hoogte van de straf (de strafmaat) kan de strafrechter echter rekening houden met alle feiten en omstandigheden. Hoewel de strafrechter dus veel ruimte heeft, leert de ervaring dat (mogelijke) gevolgen van een veroordeling – niet alleen de Bibob, maar ook het verlies van een baan, een relatiebreuk – vaak niet of beperkt worden meegewogen bij de oplegging van een straf. De gedachte hierbij is vaak dat een pleger van een misdrijf van tevoren maar had moeten bedenken dat zijn criminele gedrag dergelijke consequenties zou kunnen hebben.

Het Gerechtshof Den Haag erkende eind 2023 het belangrijke beginsel dat na bestraffing een verdachte in de samenleving terug keert en een tweede kans behoort te krijgen. Het gerechtshof oordeelde expliciet dat de gedragingen die tot de strafrechtelijke veroordeling hebben de veroordeelde niet steeds tegengeworpen horen te worden. De omstandigheden dat de verdachte zijn belang in de betrokken ondernemingen als gevolg van de strafzaak met aanzienlijk verlies moest verkopen en voortdurend werd geconfronteerd met procedures in het kader van de Bibob, waren voor het Hof aanleiding om de straf te matigen. De Rechtbank Amsterdam volgde deze lijn en woog ten voordele van de verdachte mee dat de veroordeling voor hem in het kader van de Bibob mogelijk verstrekkende gevolgen zou hebben.

De strafrechtelijke jurisprudentie is vooralsnog beperkt. Deze geeft nog niet een gedetailleerd inzicht wanneer Bibob-problematiek invloed heeft op de hoogte van de straf en in welke mate. Het ligt echter voor de hand dat Bibob-problematiek invloed moet hebben op de strafmaat als:

  • De voorliggende strafzaak Bibob-problematiek uitlokt of reeds bestaande Bibob-discussies bemoeilijkt;
  • Het Openbaar Ministerie een actieve rol vervult bij het ontstaan van de Bibob-problematiek (denk hierbij met name aan het verstrekken van een ‘OM-tip’ aan een gemeente);
  • De Bibob-problematiek leidt tot verminderde verdiencapaciteit van een her-integrerende veroordeelde omdat die niet langer werkzaam kan zijn in een bepaalde branche.
  • De Bibob-problematiek leidt tot verlies omdat belangen in projecten voortijdig van de hand moeten worden gedaan;

De advocaat die verdachten bijstaat, met name in fraude- en witwaszaken, dient zich rekenschap te geven van de Bibob-consequenties die de strafzaak heeft. Deze consequenties in het kader van een strafmaatverweer aan de rechter voorleggen ligt  voor de hand. De strafrechter moet zich realiseren dat ook zijn vonnis kan bijdragen aan het in stand houden van de regel: ‘eens een boef, altijd een boef’.

Er is inmiddels nog een blog geschreven over dit onderwerp, klik hier om deze te lezen.

Stuur een reactie naar de auteur