De Belastingdienst aast op letselschade-uitkeringen

Bijzondere berichten, half oktober in de media: de Belastingdienst wil via letselschade-uitkeringen achterhalen of iemand in het verleden inkomsten heeft gehad zonder deze aan te geven. De Belastingdienst wil informatie bij verzekeraars ophalen en op basis daarvan zonodig naheffen of navorderen.

De aanleiding is een letselschadeprocedure waarover de Hoge Raad op 12 april 2024 oordeelde. De Hoge Raad bevestigt hierin dat ‘zwarte inkomsten’ uit legale activiteiten meetellen voor de inkomensschade. Ook die schade moet de veroorzaker – of zijn verzekeraar – vergoeden als iemand door letsel niet meer, of minder, kan werken.

Door dit arrest is iemand bij de de Belastingdienst op het idee gekomen om bij letselschade-uitkeringen bij verzekeraars op te vragen hoe de uitkering is berekend. Als de uitkering (mede) is gebaseerd op inkomen dat de Belastingdienst tot dan toe niet in de aangifte heeft gezien, dan wil de Belastingdienst daarover kunnen navorderen of naheffen. Zo’n navordering of naheffing is een onaangename verrassing, zeker na een serieus ongeval.

Navordering en naheffing bij letselschade

Voor de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting kan de belastingdienst tot vijf jaar terug navorderen bij binnenlandse niet-aangegeven inkomsten. Voor buitenlandse niet-aangegeven inkomsten kan dat tot twaalf jaar.  Bij ondernemers kan ook naheffing van omzetbelasting aan de orde zijn, dat kan ook tot vijf jaar terug.

Als het totale fiscale nadeel boven de € 100.000 uitkomt, is er bovendien een risico op strafrechtelijke vervolging. Bij de berekening van het fiscale nadeel kan ook nadeel uit jaren van meer dan vijf of twaalf jaar geleden worden meegerekend.

Maar voor alle duidelijkheid:

  • De letselschade-uitkering zelf is in de meeste situaties geheel of grotendeels onbelast. Dat geldt zowel voor loon- als voor ondernemerssituaties. Zie ook de blog van mijn collega’s Nick van den Hoek en Sarah Verweij hierover.
  • Voor binnenlands inkomen geldt dus een navorderingstermijn van vijf jaar. Een juridische procedure over de omvang van de schade kan flink langer duren dan die termijn. De voorlopige uitkeringen die tot die tijd zijn betaald roepen niet altijd vragen op van de Belastingdienst.
  • Als in een letselschade-uitkering buitenlandse inkomsten zijn begrepen, dan gaat het vaak om inkomsten uit onderneming of uit arbeid die in het buitenland, en niet in Nederland, behoren te worden belast. Meestal is er een belastingverdrag dat daarin voorziet. De eventuele heffing in Nederland over dergelijke inkomsten is vaak relatief beperkt.
  • Gebruikmaking van de inkeerregeling kan (hoge) boetes of strafrechtelijke vervolging voorkomen. Het is dan wel zaak om de verzwegen inkomsten tijdig, voordat de Belastingdienst bekend kan worden met het niet eerder opgegeven inkomen, aan de Belastingdienst te melden.

De uiteindelijke fiscale gevolgen kunnen dus gelukkig meevallen als tijdig de juiste keuzes worden gemaakt.

Mag of moet een verzekeraar zomaar alle informatie aan de Belastingdienst geven?

Het is maar de vraag of een verzekeraar zomaar alle informatie aan de Belastingdienst mag of moet geven. Er kunnen zowel medische als juridische gegevens in het dossier zitten die niet zomaar verstrekt mogen worden. Bij een juridische procedure over de schade-uitkering zijn immers vaak medici en advocaten betrokken. Informatie-uitwisseling tussen een slachtoffer en zijn arts en advocaat valt in zijn algemeenheid onder het verschoningsrecht. Als de Belastingdienst om dergelijke informatie vraagt, dan mag geweigerd worden om deze te geven en is het aan de arts en advocaat om uit te maken of het verschoningsrecht van toepassing is. Dat geldt ook als de informatie bij de verzekeraar ligt.

Maar niet alle informatie bij de verzekeraar valt onder een verschoningsrecht. Het kan dus zomaar zijn dat bijvoorbeeld een schadeberekening wel verstrekt moet worden. Daar kan de Belastingdienst dan al behoorlijk wat informatie uit halen.

Een voorbeeld: de Belastingdienst op de stoep na letselschade

Komt het nu echt zover dat er flink bijbetaald moet worden en zelfs boetes kunnen worden opgelegd? Een eerdere zaak, waar de Hoge Raad zich in 2021 over boog, laat zien dat de Belastingdienst inderdaad soms bereid is om zo ver te gaan. Die zaak betrof een slachtoffer van de op 25 februari 2009 op Schiphol neergestorte Turkish Airlines vlucht 1951. De man kreeg in 2009 en 2010 een schadevergoeding van Turkish Airlines, in totaal zo’n € 84.000 en in 2012 keerde Boeing ook een schadevergoeding uit van USD 2.750.000. Toen de man vervolgens een BMW kocht, deels met contanten, werd er bij de FIU een melding van een ongebruikelijke transactie gedaan die via een FIOD-medewerker van een zogenoemd Integraal Afpak Team bij de Belastingdienst terecht kwam. De Belastingdienst legde vervolgens forse aanslagen op waarbij de gehele schade-uitkering werd belast, ondanks dat dit dus meestal niet aan de orde is.

Lees in de uitspraak van het gerechtshof hoe dit ging:

“2.10. Op 8 juli 2014 bezoekt een delegatie van het Afpakteam de woning van belanghebbende. Tijdens dit bezoek wordt een schriftelijke aankondiging van boeten voor de jaren 2009, 2010 en 2012 en worden navorderingsaanslagen IB/PVV uitgereikt over de jaren 2009, 2010 en 2012 waarbij de van Turkish Airlines (in 2009 en 2010) en Boeing (in 2012) ontvangen bedragen worden belast als inkomen uit werk en woning. Tevens is daarbij aangegeven dat voormelde aanslagen dadelijk en ineens invorderbaar zijn verklaard.

2.11. De delegatie die het bezoek bracht aan de woning, bestond uit twee deurwaarders van de belastingdienst, (…) twee politierechercheurs (…) en een vertegenwoordiger van het Afpakteam [de inspecteur / ontvanger, VLE].

2.12. Bij het huisbezoek was belanghebbende niet aanwezig. Zijn echtgenote was er wel. De ambtenaren van de delegatie zijn door haar binnengelaten. (…) Tijdens het huisbezoek is onder meer een kast geopend waarin 13 ordners stonden en een paar plastic mappen met administratie. [De inspecteur] heeft de ordners ter plaatse ingezien en heeft ze vervolgens meegenomen om ze op kantoor te bekijken. (…)”

De rechtbank vond deze gang van zaken in ieder geval niet kunnen. Zij vond dat de echtgenote onvoldoende geïnformeerd was over het doel van het bezoek. Zij had dan ook geen ‘informed consent’ gegeven bij het binnenlaten van de vijf ambtenaren in de woning. Dat druiste volgens de rechtbank zozeer in tegen hetgeen van een behoorlijke overheid mag worden verwacht, dat de informatie uit de ordners niet voor de belastingheffing mocht worden gebruikt. Maar in hoger beroep vond het hof dit toch wel kunnen, en dat oordeel bleef ook in cassatie in stand. De procedures gingen over informatiebeschikkingen – of de aanslagen terecht zijn moet daarna nog maar blijken.

Banken en verzekeraars in beweging: de Wwft

Het is treurig om te constateren dat met zoveel overmacht wordt opgetreden na één FIU-melding over een persoon die slachtoffer is geweest van een vliegtuigramp. Het is nog treuriger om te lezen wat de inspecteur dan vervolgens aan (zeer waarschijnlijk onterechte) aanslagen oplegt. Maar het gebeurt dus wel. En dat brengt ook verzekeraars en banken in beweging. Verzekeraars hoeven geen FIU-meldingen te doen maar banken wel, en die kunnen bij grote schade-uitkeringen dus vragen om een toelichting. Als de bank tot de conclusie komt dat de uitkering niet past bij wat er aan inkomen over de bankrekening loopt, kan de bank tot een FIU-melding overgaan.

Zoals in één van de hiervoor geciteerde krantenartikelen staat: dit roept zowel ethische als juridische vragen op. Maar dat de Belastingdienst iets gaat proberen, dat is wel duidelijk.

Wat te doen bij letselschade en ‘zwart werk’?

Als je door een ongeval niet of minder kunt werken, en daardoor ook inkomen mist dat je niet eerder hebt aangegeven in je aangifte, dan is het goed om advies in te winnen over de fiscale gevolgen die dit kan hebben. De recente berichtgeving en de hiervoor genoemde zaak van het slachtoffer van het neergestorte Turkish Airlines toestel laten zien dat de Belastingdienst er niet voor terugdeinst om stevig op te treden.

Het is zaak om tijdig te bezien hoe en wanneer een ‘zwart-werkschadepost’ bij de wederpartij (verzekeraar) wordt geclaimd. Onze specialisten adviseren je hierover graag zodat je verdere onaangename verrassingen vermijdt.

Stuur een reactie naar de auteur