Handel in cryptovaluta, de daarmee behaalde resultaat door belastingdienst in box 1 geplaatst – volgend eiser is dit niet terecht
Alle pagina's gelinkt aan
ECLI:NL:RBNHO:2023:13675
Inhoudsindicatie
Eiser handelt in cryptovaluta en gebruikt daarvoor door hem ontwikkelde software waarmee automatisch transacties worden verricht. De Belastingdienst heeft het daarmee behaalde resultaat belast als winst uit onderneming (box 1). Eiser is van mening dat de handel in cryptovaluta geen bron van inkomen is, omdat de handel speculatief van aard is. Volgens eiser behoren de cryptovaluta tot de rendementsgrondslag van het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (box 3). De rechtbank oordeelt dat eisers handelsactiviteiten voorzienbaar voordelig zijn en daarom terecht belast zijn als winst uit onderneming (box 1).
Uitspraak
Rechtbank noord-holland
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 23/1575 en HAA 23/1576
uitspraak van de meervoudige kamer van 20 december 2023 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser
(gemachtigde: mr. W.G.G. Jansen de Lannoy),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Arnhem, verweerder.
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2018 aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) en inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet (Zvw) opgelegd. De aanslag IB/PVV is berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 104.425 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 353. De aanslag Zvw is berekend naar een bijdrage-inkomen van € 24.808. Bij de aanslag IB/PVV is bij beschikking € 3.931 belastingrente in rekening gebracht en bij de aanslag Zvw € 3.
Verweerder heeft bij afzonderlijke uitspraken op bezwaar de aanslag IB/PVV verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 84.835 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 353 en de bijbehorende belastingrente verminderd tot € 2.980 en heeft de aanslag Zvw gehandhaafd.
Eiser heeft daartegen beroepen ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiser heeft een nader stuk ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 december 2023 te Haarlem. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde en diens kantoorgenoot mr. [naam 4]. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [naam 1] , [naam 2] en drs. [naam 3] RA.
Overwegingen
Feiten
1. Eiser is gedurende zeven jaar als producer in dienstbetrekking werkzaam geweest bij [bedrijf] B.V., een bedrijf dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van software voor onder meer videogames. Daar werkte eiser samen met softwareontwikkelaars maar programmeerde hij zelf niet.
2. In mei 2017 is eiser begonnen met beleggen in cryptovaluta. Hij deed aankopen en verkopen op verschillende handelsplatforms. Aanvankelijk deed eiser dit handmatig, maar eind 2017 is eiser begonnen met het schrijven van software voor het monitoren van prijzen op verschillende beurzen. In de loop van 2018 heeft eiser de software zodanig aangepast dat daarmee automatisch transacties konden worden verricht. De werkwijze van de software (de ‘trading bot’) is aldus dat eerst op verschillende beurzen wordt gekeken naar bied- en laatprijzen en er vervolgens een aan- of verkoopbod wordt geplaatst tegen een bepaalde prijs, waarbij een door eiser ingestelde marge van doorgaans 1% wordt gehanteerd. Op het moment dat een andere koper c.q. verkoper een corresponderend aan- of verkoopbod in het ‘orderbook’ plaatst, wordt de transactie geïnitieerd. Vervolgens plaatst de trading bot binnen enkele seconden een order op een andere beurs – zonder opslag/marge – tegen de geldende marktprijs.
3. De werkzaamheden die door eiser worden verricht in verband met het gebruik van de trading bot bestaan uit onderhoud en verbetering, het analyseren van geleden verliezen of de door de software gemaakte fouten, het analyseren en lezen van nieuwsbrieven en publicaties op het gebied van cryptovaluta en het geregeld toevoegen van nieuwe cryptovalutahandelsparen aan de trading bot. Eiser besteedt de meeste tijd aan onderhoud en verbetering van de trading bot. In verband met zijn handelsactiviteiten houdt eiser voortdurend voorraden crypto- en fiatvaluta aan. Eiser houdt inmiddels een paar honderd verschillende cryptovaluta aan. Aanvankelijk verrichtte eiser de werkzaamheden naast zijn dienstbetrekking. Medio 2018 heeft hij zijn dienstbetrekking beëindigd en is hij zich voltijds gaan toeleggen op de handel in cryptovaluta.
4. De trading bot heeft 6.386 transacties uitgevoerd in het jaar 2018. In de daaropvolgende jaren zijn er steeds meer transacties uitgevoerd. In de jaren 2018 tot en met 2022 ging het in totaal om ruim 276.000 transacties. Van de transacties in de jaren 2019, 2020 en 2021 en in het eerste kwartaal van 2022 had gemiddeld 81% een positief resultaat. Over het gehele jaar 2022 waren de transacties uiteindelijk in gemiddeld 77% van de gevallen positief. Eiser heeft in de jaren 2018 tot en met 2021 per saldo een positief resultaat behaald. In het jaar 2022 was het resultaat negatief, maar over het jaar 2023 verwacht eiser weer een positief resultaat te behalen. De resultaten luidden als volgt (bedragen in euro’s):
Resultaten | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Koers | – 52.213 | 24.090 | 240.390 | 875.396 | – 527.045 |
Transacties | 135.252 | 87.165 | 172.170 | 779.489 | 395.085 |
Kosten | – 873 | – 3.713 | – 3.042 | – 14.712 | – 20.059 |
FTX (failliet) | – 538.105 | ||||
Totaal | 82.166 | 107.542 | 409.518 | 1.640.173 | – 690.124 |
5. Per brief van 21 januari 2019 heeft eiser verweerder gevraagd of die eisers standpunt deelde dat de handel in cryptovaluta speculatief van aard is en daarom geen bron van inkomen vormt en daarom zou behoren tot de rendementsgrondslag van het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen. Per brief van 6 maart 2019 heeft verweerder eiser meegedeeld dat hij diens standpunt vooralsnog niet deelde.
6. Op 12 maart 2019 heeft eiser de aangifte IB/PVV voor het jaar 2018 ingediend. Daarin heeft eiser een verzamelinkomen aangegeven van € 24.155, bestaande uit een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 22.260 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.895. Het aangegeven belastbaar inkomen uit werk en woning bestaat uit loon uit dienstbetrekking van € 29.806, negatieve inkomsten uit eigen woning van € 4.254 en € 3.292 aan premies voor inkomensvoorzieningen.
7. Op vragen van verweerder heeft eiser verweerder per brief van 28 mei 2021 meegedeeld dat over 2018 de opbrengsten van de handel in cryptovaluta € 82.759 bedroegen en in verband daarmee een bedrag van € 594 aan kosten was gemaakt. Per brief van 5 november 2021 heeft verweerder eiser meegedeeld dat hij voornemens was van de aangifte af te wijken en het voordeel uit de handel in cryptovaluta voor € 82.165, namelijk de opbrengsten van € 82.759 verminderd met de kosten van € 594, in aanmerking zou nemen als resultaat uit overige werkzaamheden. Nadat eiser daarop per e-mailbericht had gereageerd, heeft verweerder eiser per brief van 30 november 2021 meegedeeld dat hij bij zijn voornemen bleef.
8. Met dagtekening 21 december 2021 heeft verweerder eiser de onderhavige aanslagen opgelegd. Op 20 januari 2022 heeft eiser tegen de aanslagen digitaal bezwaar gemaakt. Per brief van 22 maart 2022 heeft verweerder eiser meegedeeld dat hij voornemens was het bezwaar af te wijzen maar eiser nog het recht had om door verweerder te worden gehoord. Op 7 april 2022 is eiser door verweerder gehoord.
9. Per e-mailbericht van 3 juni 2022 heeft verweerder aangekondigd dat hij nog nader onderzoek wilde doen naar de werkwijze van eiser. Dit onderzoek vond plaats op 2 augustus 2022 op het kantoor van de gemachtigde. Van het onderzoek is een verslag opgemaakt dat in kopie tot de stukken behoort. Vervolgens hebben partijen uitvoerig en langdurig met elkaar gecommuniceerd.
10. Op 14 december 2022 heeft verweerder uitspraak gedaan op het bezwaar tegen de aanslag Zvw en op 15 december 2022 op het bezwaar tegen de aanslag IB/PVV. Daarbij heeft verweerder het standpunt ingenomen dat het resultaat behaald met de handel in cryptovaluta als winst uit onderneming is aan te merken, overeenkomstig het subsidiaire standpunt van eiser in bezwaar.
Geschil
11. In geschil is of de handel in cryptovaluta een bron van inkomen is, waarbij meer specifiek in geschil is of redelijkerwijs kon worden verwacht dat daarmee voordeel kon worden behaald.
12. Eiser stelt zich op het standpunt dat de handel in cryptovaluta geen bron van inkomen is omdat de handel vooral speculatief van aard is. Ter motivering van zijn standpunt heeft eiser – zakelijk weergegeven – het volgende aangevoerd. Het gebruik van de trading bot stelt hem niet in staat om zodanig te handelen dat daarmee het speculatieve karakter aan de transacties wordt ontnomen. Eiser kan de uitkomst van de transacties niet ten goede of ten kwade beïnvloeden. Hij is gelet op zijn geringe vermogen en handelsvolume geen “marketmaker”, heeft geen voorsprongpositie in de vorm van bijzondere ervaring of deskundigheid op het gebeid van cryptovaluta en heeft ook geen contacten of relaties die hem informatie kunnen verschaffen die nog niet publiek gemaakt is. Met de door hem verrichte arbeid in de vorm van het bijhouden van literatuur en het up-to-date houden van de software kan de uitslag van een transactie niet worden beïnvloed. Ook de zogenoemde “bid-ask-spread” en het verloop van de koersen kunnen niet door eiser worden beïnvloed. Met de trading bot kan een groter aantal transacties worden uitgevoerd, maar dit vergroot ook het risico op verlies. Eiser loopt met de handel het risico dat beurzen omvallen omdat zij hun financiële huishouding niet op orde hebben. Zo is eiser door het faillissement van de beurs FTX in 2022 € 538.000 kwijtgeraakt. Over de jaren 2018 tot en met 2021, en ook over het jaar 2023 tot op heden (dat wil zeggen: de dag van de zitting), waren de resultaten positief, maar over het jaar 2022 was er sprake van een negatief resultaat, ook zonder het faillissement van FTX. Dat eiser zijn dienstbetrekking heeft beëindigd, betekent niet dat er sprake is van objectieve voordeelsverwachting. Er bestaat geen causaal verband tussen de door eiser verrichte arbeid en het behaalde resultaat. In latere jaren wordt het resultaat in overwegende mate mede bepaald door het koersresultaat en overstijgt het koersresultaat ruim het handelsresultaat. Eiser heeft bewust het risico aanvaard dat verlies kon worden geleden. Hij kon dit risico nemen, omdat hij over spaartegoeden beschikte. Daarnaast was hij allerminst de meestverdienende partner, want zijn echtgenote had in de jaren 2016 en 2017 een inkomen uit dienstbetrekking dat aanzienlijk hoger was dan dat van eiser.
13. Eiser concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen, tot vernietiging van de uitspraken op bezwaar, tot vermindering van de belastingaanslag IB/PVV tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 22.260 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.895 en tot vernietiging van de aanslag ZVW.
14. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de handel in cryptovaluta een bron van inkomen is, omdat het redelijkerwijs voorzienbaar is dat eiser met de cryptohandel voordeel behaalt. Hij heeft daarvoor – zakelijk weergegeven – het volgende aangevoerd. Met de trading bot zijn prijsverschillen op verschillende markten vooraf inzichtelijk en te realiseren. Eiser beschikt over de vereiste deskundigheid om de software te ontwikkelen en te bedienen en deze winstgevend te laten functioneren. De opbrengst uit een transactie wordt beïnvloed door de arbeid van eiser. Het ontwikkelen van de trading bot is een vorm van kwalitatief hoogwaardige arbeid. Het is zeer onwaarschijnlijk dat de bot en de handelsstrategie van eiser niet hebben bijgedragen aan een winst-verliesratio van 81%-19% voor vijf jaar op rij. Een handel waarbij de kans op verlies vijf jaar op rij 19% is, kan nooit speculatief zijn. De bot stelt eiser in staat 24/7 transacties uit te voeren. Hierdoor kan eiser een groter voordeel behalen dan iemand die niet over een vergelijkbare bot beschikt. De snelheid en de accuratesse waarmee de bot werkt, voorspellen een grote kans van slagen op een positief resultaat per transactie. De bot is immers in staat vele malen sneller te handelen/reageren ten aanzien van veel meer transacties. Er kan pas van speculatie worden gesproken indien de opbrengst van een transactie uitsluitend afhankelijk is van onvoorzienbare en aan de beoordeling van de speculant onttrokken factoren. Het feit dat een onvoorziene koersdaling in 2022 geen invloed heeft gehad op de opbrengst per transactie, impliceert dat eiser in ieder geval enige mate van invloed heeft op de opbrengst per transactie en dat zo’n transactie niet zuiver speculatief is.
15. Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van de beroepen.
Beoordeling van het geschil
16. Tussen partijen is niet in geschil dat eiser met de handel in cryptovaluta deelneemt aan het economische verkeer en hij daarmee beoogt voordeel te behalen. Partijen houdt uitsluitend verdeeld of daarmee redelijkerwijs voordeel valt te verwachten. Nu verweerder het door eiser behaalde voordeel in de heffing wenst te betrekken, is het aan hem om te bewijzen dat er sprake is van een objectieve voordeelsverwachting. De rechtbank is van oordeel dat verweerder daarin is geslaagd en wel op grond van het volgende.
17. Eiser heeft een trading bot ontwikkeld waarmee hij zich is gaan toeleggen op de handel in cryptovaluta. Eiser besteedt veel (werk)tijd aan het onderhouden en verbeteren van de trading bot. De trading bot stelt eiser in staat om snel tot het initiëren van transacties over te gaan en om vervolgens – na acceptatie van de initiële order – binnen enkele seconden corresponderende orders te plaatsen op een ander handelsplatform. De trading bot stelt eiser ook in staat om zijn initiële order, zolang het bod niet is geaccepteerd, bij een veranderende marktprijs direct terug te trekken. Door gebruik te maken van de trading bot kan eiser dus in een hoog tempo handelen in een paar honderd verschillende cryptovaluta. Uit het aantal uitgevoerde transacties, waarbij de rechtbank niet alleen acht slaat op de transacties van 2018 maar ook op de aantallen in de daaropvolgende jaren, blijkt bovendien dat de trading bot het eiser mogelijk maakt zeer veel transacties binnen een relatief kort tijdsbestek te verrichten. Eiser heeft met de door hem ontwikkelde trading bot dus een voorsprong op de cryptohandelaar die niet over vergelijkbare software beschikt.
18. Hoewel voorafgaand aan het initiëren van een transactie niet is vast te stellen of deze transactie in combinatie met de corresponderende transactie eiser een voordeel zal opleveren, is de rechtbank – gelet op alle transacties tezamen – van oordeel dat eisers handelsactiviteiten voorzienbaar voordelig zijn. Van de transacties in de jaren 2019 tot en met het jaar 2021 hadden immers gemiddeld 81% een positief resultaat en over het jaar 2022 was in gemiddeld 77% van de gevallen sprake van een positief resultaat. Weliswaar is geen informatie voorhanden over de situatie in 2018, maar de rechtbank heeft geen aanleiding om te veronderstellen dat de situatie in 2018 anders was dan in de daaropvolgende jaren. Het voorgaande brengt de rechtbank dan ook tot de conclusie dat eiser met het ontwikkelen, onderhouden en verbeteren van de trading bot een voordeel heeft behaald dat redelijkerwijs te verwachten was.
19. Aan het voorgaande doet niet af dat eiser – zoals hij ter zitting ook uitvoerig heeft toegelicht – voorraden van veel verschillende cryptovaluta moet aanhouden om handelsmogelijkheden optimaal te kunnen benutten en dat de koerswaarde van die voorraden en het daarop te maken koersresultaat niet voorzienbaar is. Ook het hoge risicoprofiel van de transacties maakt de conclusie van de rechtbank niet anders, nu eiser vanaf de start van zijn handelsactiviteiten in 2018 tot op heden, behoudens verliesjaar 2022, in staat is gebleken structureel aanzienlijke positieve resultaten te behalen.
20. Gelet op het voorgaande moeten de beroepen ongegrond worden verklaard.
Proceskosten
21. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Stuur een reactie naar de auteur