Inspecteur heeft ten onrechte de bewijslast omgekeerd
Alle pagina's gelinkt aan
Samenvatting
Belanghebbende en de inspecteur hebben een lang traject afgelegd voordat belanghebbende haar administratie aan de inspecteur ter beschikking stelt. In de bezwaarfase van de aanslag vennootschapsbelasting 1997 heeft de inspecteur de bewijslast omgekeerd omdat belanghebbende de bescheiden als bedoeld in art. 47 AWR niet ter beschikking heeft gesteld. Rechtbank Leeuwarden heeft het beroep hiertegen ongegrond verklaard. Het hof overweegt dat de inspecteur niet inzichtelijk heeft gemaakt dat de door belanghebbende overgelegde administratie onjuist of onvolledig zou zijn. Ten aanzien van de stelling dat belanghebbende niet de vereiste aangifte heeft gedaan, overweegt het hof dat niet aannemelijk is gemaakt dat de aangifte op enig punt onjuist is.
(Hoger beroep gegrond.)
Commentaar
Wanneer een inspecteur in een (hoger)beroepsprocedure stelt dat een belastingplichtige bepaalde wettelijke verplichtingen niet heeft nageleefd (de vereiste aangifte is niet gedaan, desgevraagd is geen informatie verstrekt of er is op een gebrekkige wijze een administratie gevoerd), dan zal de inspecteur zijn stelling – als daarover een geschil bestaat – op basis van de normale bewijsregels aannemelijk moeten maken. In de onderhavige procedure slaagt de inspecteur er niet in om te bewijzen dat belanghebbende bepaalde wettelijke verplichtingen niet heeft nageleefd en bijgevolg blijft het door de inspecteur beoogde gevolg – de omkering van de bewijslast – uit.
Zonder omkering van de bewijslast zal de inspecteur – wederom op basis van de normale bewijsregels – aannemelijk moeten maken waarom hij bij de aanslagoplegging is afgeweken van de door belanghebbende ingediende belastingaangifte (zie HR 19 januari 1977, BNB 1977/64). Maar in de onderhavige procedure slaagt de inspecteur ook daar niet in en bijgevolg stelt het hof de aanslag – althans: de verliesbeschikking – vast overeenkomstig de door belanghebbende ingediende aangifte. Gezien het zeer feitelijke karakter van de uitspraak, behoeft deze geen verder commentaar.
[1] Mr. I.R.J. Thijssen is verbonden aan Jaeger Advocaten-belastingkundigen.
Bron: http://www.ndfr.nl/link/NTFR2012-79
Datum: 14-4-2016 14:38:43
Stuur een reactie naar de auteur