Inspecteur mag volgens geheimhoudingskamer anoniem procederen in zaak van ‘soevereine burger’

NTFR 2025/127

Samenvatting

Onderhavige beslissing betreft een geheimhoudingsprocedure. De inspecteur heeft een verzoek geheimhouding gedaan, welke door de inspecteur wordt omschreven als een verzoek anoniem procederen. De geheim te houden stukken betreffen de mandaatbesluiten van degenen die namens de inspecteur ter zitting zullen verschijnen. Deze namen moeten volgens de inspecteur geheim blijven. De procedure betreft die van een burger met het zogeheten soevereine gedachtegoed. Bij de behandeling van dergelijke zaken is gebleken dat namen van medewerkers op internet worden verspreid en opgezocht teneinde op privé-accounts bedreigingen te uiten.

De geheimhoudingskamer ziet geen direct belang voor belanghebbende om kennis te nemen van de mandaatbesluiten en namen van de belastingdienstmedewerkers ter zitting. Het belang van de anonimiteit van deze medewerkers weegt aanzienlijk zwaarder dan enig gesteld belang van belanghebbende. Het verzoek om geheimhouding wordt toegewezen. Dit brengt echter een praktisch probleem met zich. Nu belanghebbende geen toestemming heeft gegeven, kan de hoofdkamer de mandaatbesluiten niet bekijken en controleren of de namens de inspecteur verschenen personen gemandateerd zijn. De geheimhoudingskamer zal daarom op de geplande zittingsdatum aanwezig zijn om te kunnen controleren dat de personen die zich melden ook genoemd staan op de mandaatbesluiten die de geheimhoudingskamer kent. De uitkomst zal de geheimhoudingskamer, zonder de namen te noemen per direct en in een proces-verbaal aan de hoofdkamer doen toekomen.

(Verzoek geheimhouding toegewezen.)

Noot

De overheid zit in zijn maag met zogenoemde autonomen of soevereinen. Mensen die zich soeverein verklaren trekken de legitimiteit van de Nederlandse overheid en instituties in twijfel. In essentie beschouwen zij wetten als contracten die niet op hen van toepassing zijn, omdat zij hier niet expliciet mee hebben ingestemd. 1De Raad van State ontving in 2022 tientallen brieven per dag waarin de afzender schreef afstand te doen van het ‘geboorterecht’. 2Bij de Hoge Raad ging het om enkele duizenden brieven. 3In een fenomeenanalyse uit april 2024 van verschillende veiligheidsdiensten wordt onderscheid gemaakt tussen drie categorieën autonomen, waarbij alleen de kleinste (derde) categorie bereid is geweld te gebruiken. 4Het zou daarbij gaan om enkele tientallen tot honderd personen. De inspecteur verwijst in zijn verzoek om in deze zaak anoniem te mogen procederen naar deze fenomeenanalyse. Hij heeft geen concrete aanwijzingen dat belanghebbende geweld niet schuwt en verwijst ter onderbouwing van zijn verzoek naar incidenten in dossiers van andere belastingplichtigen. Fiscaal, zo schetst de inspecteur het probleem, worden overheidsheffingen in de aangiften opgevoerd als (aftrekbare) gift, terwijl dit geen giften zijn5.

Dat in een fiscale zaak anoniem geprocedeerd wordt, is bij mijn weten een unicum. In het strafrecht is de anonimiteit van professionele procesdeelnemers niet nieuw. Sinds de moord op advocaat Derk Wiersum kunnen officieren van justitie een verzoek om beperkte herkenbaarheid of volledige anonimiteit indienen bij een daarvoor opgerichte commissie van het OM, als sprake is van voorstelbare of concrete dreiging6.  Zo waren de namen van de officieren van justitie in de zaak op de moord op Peter R. de Vries geanonimiseerd door de naam te vervangen met een nummer (en de officieren die op zitting stonden mochten niet in beeld worden gebracht). Een ander voorbeeld waar de officier van justitie anoniem bleef, was in de rechtszaak tegen een vrouw die toenmalig RIVM-directeur Jaap van Dissel zou hebben bedreigd.

Op grond van art. 8:42 Awb is de inspecteur verplicht om op de zaak betrekking hebbende stukken aan de rechtbank te verstrekken, die daarvan een afschrift verstrekt aan de belanghebbende of diens gemachtigde. Op grond van art. 8:29 Awb kan daar op verzoek een uitzondering op worden gemaakt, mits daar gewichtige redenen voor zijn. Hennevelt vraagt zich in NLF 2024/2733 naar mijn mening terecht af of de mandaatbesluiten die de inspecteur geheim wil houden op de zaak betrekking hebben. Dergelijke stukken moeten namelijk van belang kunnen zijn voor de behandeling van (openstaande) geschilpunten, terwijl uit de uitspraak niet blijkt dat belanghebbende het mandaat (procesbevoegdheid) van de betreffende ambtenaren ter discussie heeft gesteld.  7Art. 8:29 Awb is niet van toepassing als een partij uit eigen beweging, zonder dat daartoe een verplichting bestaat, stukken aan de rechtbank stuurt8.

De geheimhoudingskamer van de rechtbank weegt de belangen van de personen die namens de inspecteur optreden af tegen het belang van belanghebbende. De kamer ziet geen direct belang voor belanghebbende om kennis te nemen van de mandaatbesluiten, althans het belang van anonimiteit van de ambtenaren weegt aanzienlijk zwaarder dan enig gesteld belang van belanghebbende. Aangezien belanghebbende geen toestemming geeft voor (beperkte) kennisneming van de mandaatbesluiten door de hoofdkamer, verzet art. 8:29 lid 5 Awb zich ertegen dat de hoofdkamer deze stukken kan bekijken. De hoofdkamer kan daardoor praktisch gezien niet controleren dat de namen van degenen die zich ter zitting melden namens de inspecteur, overeenkomen met de namen in de mandaatbesluiten. De redactie van Vakstudie Nieuws noemt het weigeren van toestemming misbruik van procesrecht, waardoor deze weigering volgens haar genegeerd kan worden9.

Ik vind het geen vreemde gedachte dat de rechtbank het controleren van het mandaat van de optredende ambtenaren voortaan behandelt buiten de sfeer van de op zaak betrekking hebbende stukken. Als zij bijvoorbeeld van een gemachtigde belastingadviseur een schriftelijke volmacht verlangt, gaat daarvan (bij mijn weten) geen kopie richting de inspecteur. Dit is een interne kwestie, de andere partij staat daarbuiten. De hoofdkamer kan desnoods ter zitting aan de hand van de ID- bewijzen en de mandaatbesluiten vaststellen of de verschenen ambtenaren al dan niet gemandateerd zijn. Ik realiseer mij dat hiervoor de medewerking van de inspecteur nodig is. Hij moet dan namelijk niet op de proppen komen met geheim te houden stukken, maar gewoon zijn naam weglaten onder het verweerschrift en het mandaatsbesluit meenemen naar zitting.

Voetnoten

  1. Rapport ‘Omgang met mensen die zich soeverein verklaren’, van Centre of Expertise Veiligheid & Veerkracht Avans Hogeschool in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, juni 2024, p. 4, te raadplegen op: https://www.kennisopenbaarbestuur.nl/binaries/kennisbankopenbaarbestuur/documenten/rapporten/2024/09/26/omgang-met-mensen-die-zich-soeverein-verklaren/2.+Rapportage_+ervaringen+van+gemeenteambtenaren+en+lokale+professionals+bij+het+omgaan+met+ mensen+d.pdf.
  2. Woo besluit ‘vreemde brieven’, 3 juni 2024, te raadplegen op: https://www.raadvanstate.nl/publish/library/39/woo- besluit-vreemde-brieven-3_juni_2024.pdf.
  3. Artikel in dagblad Trouw van 1 december 2023, ‘De Hoge Raad ontving duizenden brieven van burgers die zich ‘soeverein’ verklaren’.
  4. Rapport van april 2024 van onder meer de AIVD, ‘Een analyse van de soevereinenbeweging in Nederland’, te raadplegen op: https://www.nctv.nl/binaries/nctv/documenten/publicaties/2024/04/09/fenomeenanalyse- soevereinenbeweging-in-nederland-met-de-rug-naar-de- samenleving/Fenomeenanalyse+soevereinenbeweging+in+Nederland+%27Met+de+rug+naar+de+samenleving%27. pdf.
  5. Een stichting die deze handelwijze promoot moet daarmee stoppen, op straffe van een dwangsom van € 2.000 per dag, zo oordeelde Hof Den Bosch (3 december 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:3745).
  6. Artikel NOS, ‘Officieren van justitie werken in 39 zaken anoniem vanwege dreiging, te raadplegen op: ’https://nos.nl/artikel/2430746-officieren-van-justitie-werken-in-39-zaken-anoniem-vanwege-dreiging
  7. Hof Den Haag 24 maart 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:544, NTFR 2021/1617, onder verwijzing naar vgl. HR 4 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:672, NTFR 2018/1156.
  8. Vgl. Hof Amsterdam 1 februari 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:723, NTFR 2024/952.
  9. V-N 2024/55.13 met annotatie van Redactie.

Dit bericht werd geplaatst in: Fiscale procedures

Stuur een reactie naar de auteur