Na intrekking beroep geen kostenvergoeding bezwaarfase, wel voor beroepsfase
Alle pagina's gelinkt aan
NTFR2011/1721 Na intrekking beroep geen kostenvergoeding bezwaarfase,welvoor beroepsfase
HofDenBosch20april2011,nr.10/00335
Belastingjaar/tijdvak Trefwoorden
Wetsartikelen
Auteur LJN
ECLI
2004Brondocument gelijkheidsbeginsel,
onrechtmatigheid, zorgvuldigheidsbeginsel Awb-art. 7:15
Awb-art. 8:75 Awb-art. 8:75a
mr. I.R.J. Thijssen BQ9907
ECLI:NL:GHSHE:2011:BQ9907
Samenvatting
Indeze zaak is onder meer ingeschilofbelanghebbende rechtheeftop vergoeding vande kostenvanbezwaar.Inde beroepsfase heeft
de inspecteur de aanslag verminderd waarbijalsnog vrijstelling is verleend vanpremie volksverzekeringen.Deze vermindering is een gevolg vande uitkomstvande regularisatieprocedure zoals bedoeld inart.13 Verdrag Rijnvarenden.Belanghebbende heeftvervolgens hetberoep ingetrokkenendaarbijverzochtom veroordeling vande Inspecteur inde proceskostenaande zijde vanbelanghebbende.
Hethofoverweegtdatvergoeding vande kostenvanbezwaar aande orde kankomenvoor zover de aanslag is herroepenwegens een aande inspecteur te wijtenonrechtmatigheid.Daarvanis volgens hethofgeensprake.Hethofsteltvoorop datde ambtshalve vermindering vande onderhavige aanslag nietheeftplaatsgevondenop de grond datde interpretatie vande inspecteur vanhetverdrag onjuistwas.Deze vermindering was eengevolg vande uitkomstvande regularisatieprocedure zoals bedoeld inart.13 Verdrag Rijnvarenden.Voorts is gesteld nochgeblekendatde inspecteur bijhetvaststellenenopleggenvande aanslag zodanig onzorgvuldig heeftgehandeld datzijnhandelenwegens strijd methetzorgvuldigheidsbeginselals onrechtmatig moetwordengekwalificeerd. Belanghebbende heeftdanook geenrechtop vergoeding vande kostenvanbezwaar.
Daarentegenhad de rechtbank welop de voetvanart.8:75a Awb eenkostenvergoeding voor de beroepsfase moetentoekennen,aldus hethof.De noodzaak tothetinstellenvanberoep vloeide immers nietuitsluitend voortuitde handelwijze vanbelanghebbende.
Commentaar
Art.8:75 Awb voorzietinde (discretionaire) bevoegdheid vande bestuursrechter om eenpartijineenbestuursrechtelijke procedure te
veroordeleninde kostenvande wederpartij.Metde te veroordelenpartijwordtprimair gedoeld op hetbestuursorgaan.Voor het uitsprekenvaneenproceskostenveroordeling is overigens nietvereistdathetberoep geheelofgedeeltelijk gegrond is.Hoofdregelis echter datbijeen(gedeeltelijk) gegrond beroep hetbestuursorgaaninde kostenvanbelanghebbende wordtveroordeeld.Datgeldtook
wanneer eenbelanghebbende gelijk krijgtop grondenwaarop hijzichniethad beroepen(HR29 augustus 1997,BNB 1998/108).Van deze hoofdregelmag enkelwordenafgewekenindiende noodzaak tothetinstellenvanberoep uitsluitend voortvloeide uitde
handelwijze vanbelanghebbende (HR12 mei 2006,NTFR2006/717).Art.8:75a Awb beoogteenaanvulling te zijnop art.8:75 Awb
voor hetgevalde indiener vanhetberoep ditweer intrektomdathetbestuursorgaanalsnog aanzijnbezwarenis tegemoetgekomen. Aldus lijktuitde wettekstvoortte vloeiendatbijintrekking vanberoep enkelrechtbestaatop eenproceskostenvergoeding wanneer het
bestuursorgaanaanbelanghebbende is tegemoetgekomenop grondenwaarop belanghebbende zichwel had beroepen. Inhetonderhavige gevalhad Rechtbank Breda op 2 april2010 (NTFR2010/1561) geoordeeld datde ambtshalve vermindering vande
inspecteur nietis voortgekomenuitde grondendie belanghebbende had aangevoerd inzijnberoepschriftendatbijgevolg geenrecht bestaatop eenproceskostenvergoeding exart.8:75a Awb.Bijmijncommentaar op deze uitspraak wierp ik de vraag op waarom een belanghebbende,die lopende eenberoepsprocedure wordtgeconfronteerd meteen– nietop basis vande door hem aangevoerde gronden– ambtshalve vermindering,zijnreeds aanhangig gemaakte beroep nog zouintrekken.Alsdanzouimmers geenrechtbestaan op eenproceskostenvergoeding.Belanghebbende kanhetook latenaankomenop eenrechterlijke uitspraak (endesnoods de gronden vanzijnberoep aanvullenmetde door de inspecteur aangevoerde grondenvoor de ambtshalve vermindering) waarbijaanhem – volgens de ruimere criteria vanart.8:75 Awb – weleenkostenvergoeding kanwordentoegekend.HofDenBoschoordeelde inde onderhavige uitspraak datde hoofdregelvanart.8:75 Awb eveneens vantoepassing is bij8:75a Awb enachthetnietrelevantdatde ambtshalve vermindering nietis voortgekomenuitde grondendie belanghebbende had aangevoerd inzijnberoepschrift. Belanghebbende krijgtaldus eenforfaitaire vergoeding van€ 322 toegekend inverband metkostenvanhetberoepsprocedure.
De uitspraak vanHofDenBoschvermeldtdatstaatssecretaris cassatie heeftingesteld tegendeze proceskostenveroordeling van
€ 322.De Hoge Raad heeftzichbijmijnwetennimmer uitgelatenover (de strekking van) 8:75a Awb,enik vind de uitkomstook moeilijk te voorspellen.Uitde jurisprudentie vanoverige hoogste bestuursrechters kaneenrestrictieve uitleg vanhetbegrip ‘tegemoetkomen’ wordenafgeleid,omdatdaarineenrelatie wordtverlangd tussende grondenvanhetberoep enhetbesluitwaarmee hetbestuursorgaan alsnog de wensenvande indiener vanhetberoepschrifthonoreert.De vraag is danook ofde Hoge Raad – die ineenreeks vanrecente arrestenopenlijk harmonisatie nastreeftmetde beslissingenvanoverige bestuursrechters (zie o.a.‘De importvanhetbierkaai-effectin hetfiscale procesrecht’ vanVanNispentotSevenaer,NTFR2011/1528) – eveneens eenrestrictieve uitleg vanhetbegrip
‘tegemoetkomen’ zalgaanhanteren.Datzouweliswaar goed zijnvoor de rechtseenheid,maar eendergelijk harmoniserend arrestzou daarentegenkunnenleidentothet(mijns inziens onnodig) voortzettenvanprocedures enkelenalleenom eenproceskostenvergoeding op basis vanart.8:75 Awb te bewerkstelligen.
[1]Mr.I.R.J.Thijssenis advocaat-belastingkundige bijJaeger Advocaten-belastingkundigen.
Bron:http://www.ndfr.nl/link/NTFR2011-1721 Datum:13-4-2016 11:05:51
Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten van deze tekst worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers. Niets uit NDFRmag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand ofopenbaar gemaakt in enige vorm ofop enige wijze, hetzij elektronisch,mechanisch, door fotokopieën, opnamen ofenige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
All rights reserved. No part ofthis publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the publisher’s prior consent.
Dit bericht werd geplaatst in:
Fiscale procedures onrechtmatigheid aanslag proceskostenvergoeding zorgvuldigheidsbeginsel ambtshalve vermindering
Stuur een reactie naar de auteur