Nr. 3 van de reeks blogs over de strafbaarheid van betrokkenen: Strafbaarheid overige medewerkers

Naast de bestuurders en andere feitelijk leidinggevenden komen ook andere medewerkers – vooral werknemers – geregeld in beeld bij een strafrechtelijk onderzoek naar het bedrijf waar ze werken. 

De werknemer die op de hoogte is van strafbare feiten en daar bewust een bijdrage aan levert, is een medepleger van de verdachte werkgever. Hiervan is ook al sprake als de handeling van de medewerker op zich niet strafbaar is, maar onderdeel vormt van meerdere handelingen die tezamen wel een strafrechtelijk feit vormen. Bijvoorbeeld: het opstellen van een onjuiste aangifte door aangeleverde cijfers ‘in te kloppen’ is op zichzelf niet direct strafbaar maar is wel een essentieel onderdeel voor belastingfraude. Maar als de medewerker door zijn werkgever aangeleverde cijfers opneemt in een aangifte, terwijl hij weet dat die niet juist zijn, kan ook de werknemer als verdachte in een strafrechtelijk onderzoek worden betrokken.

Ook als van (volle) bewustheid geen sprake is: om betrokken te raken bij een strafrechtelijk onderzoek is roekeloosheid of het voor lief nemen van onbedoelde gevolgen in de regel al voldoende. Ook als een medewerker zich ervan bewust is dat er een aanmerkelijke kans is dat een ongewenst gevolg kan intreden, maar er door onvoorzichtigheid of zelfoverschatting van uitgaat dat dit niet zal gebeuren, kan hij een strafbaar feit plegen. Zie voor meer informatie daarover nummer 1 van de reeks. Voor een medewerker is het vaak ingewikkeld om te beoordelen of zijn handelen mogelijk strafbaar is. 

Ingeval van een fiscaal controle onderzoek kunnen ook medewerkers verplicht worden om mee te werken aan het onderzoek. Deze verplichting kan ook gelden in een opsporingsonderzoek (door bijvoorbeeld de FIOD), maar dan wel begrensd. Dan geldt de verplichting uitsluitend voor informatie die ‘onafhankelijk van de wil’ van degene van wie wordt gevorderd, beschikbaar is. Denk aan documenten waarvan het bestaan bekend is zoals bepaalde facturen of contracten. Het afleggen van een verklaring valt daar in elk geval niet onder. Een verklaring is immers niet wilsonafhankelijk. Of informatie al dan niet wilsafhankelijk is, is geregeld onderwerp van discussie. Om het nog ingewikkelder te maken, komt het voor dat parallel aan een controle onderzoek ook een opsporingsonderzoek loopt. Zeker als het opsporingsonderzoek wordt verricht naar de (bestuurders van) de werkgever, komt het geregeld voor dat aan medewerkers wordt gevraagd ter plekke een verklaring af te leggen. Medewerkers dienen zich in dit eerste stadium van een onderzoek goed bewust te zijn van hun positie en te weten waaraan zij meewerken.

Bij de minste twijfel over de positie van een medewerker is het raadzaam om advies te vragen bij een advocaat. Bedenk dat de belangen van een medewerker en werkgever niet altijd synchroon lopen. De advocaat van de werkgever is dus niet altijd de aangewezen persoon om ook de belangen van de medewerker te behartigen.

Opsporingsinstanties zijn vaak geïnteresseerd in de werkzaamheden van medewerkers die betrekking hebben op verdachte activiteiten van de werkgever. In de regel benadert het OM medewerkers van wie het een verklaring verlangt aanvankelijk niet als verdachten, maar als getuigen. Medewerkers kunnen zelf niet altijd inschatten of hun werkzaamheden hebben bijgedragen aan (mogelijke) strafbare feiten van de werkgever. En zo ja, of dit ook tot een strafrechtelijk verwijt aan hen kan leiden. Het afleggen van een verklaring in een opsporingsonderzoek zonder eerst een advocaat te hebben geraadpleegd, is niet verstandig. Het kan zijn dat met de werkgever geheimhouding overeen is gekomen. Dan kan het vrijwillig meewerken aan een opsporingsonderzoek daarmee botsen. Bovendien biedt de mededeling van een opsporingsambtenaar dat een medewerker geen verdachte is geen enkele garantie dat de medewerker naar aanleiding van zijn verklaring niet alsnog als verdachte wordt aangemerkt en vervolgd. 

Anders dan opsporingsinstanties soms doen voorkomen, is het afleggen van een verklaring – ook als getuige – niet verplicht. Pas na daartoe door een rechter-commissaris te zijn gedagvaard, kan een medewerker worden verplicht om als getuige een verklaring af te leggen.

Stuur een reactie naar de auteur