Werkelijke schade in de toeslagenaffaire: een keuzehulp
Alle pagina's gelinkt aan
Ouders die gedupeerde zijn in de toeslagenaffaire opgelet: de aanmeldtermijn bij de Commissie Werkelijke Schade is net verlengd naar 31 maart 2025. Heb je meer schade geleden dan je vergoed hebt gekregen? Dan kun je verzoeken om het meerdere ook te vergoeden. De belangrijkste keuze is die tussen de Commissie Werkelijke Schade en de Stichting (Gelijk)waardig Herstel. In dit blog leg ik uit wat de verschillen zijn en wat je kunt meewegen in je keuze.
1. Wie vergoeden de werkelijke schade?
De overheid heeft voor de vergoeding van de werkelijke schade een route opgetuigd via de Commissie Werkelijke Schade (hierna: de CWS). Het was de bedoeling dat alle schadeverzoeken via CWS zouden lopen. Omdat er zoveel ouders ontevreden waren is via een stichting van Prinses Laurentien samen met ouders een alternatieve route ontworpen. Die wordt uitgevoerd door de Stichting (Gelijk)waardig Herstel (hierna: de Stichting). Maar dat is nog niet alles. Er is ook nog een regieroute VSO, die ik hier niet bespreek omdat die zeer beperkt wordt ingezet en je daarvoor moet worden uitgenodigd. De overheid is zelf ook een ‘digitale route’ aan het maken, maar die is nog niet live. En tot slot kun je een civiele procedure starten bij de rechtbank. Daarover schreef ik eerder dit blog. De meeste mensen kiezen tussen de CWS en de stichting. Op de verschillen ga ik hieronder in.
2. Basis en hoogte van de vergoeding
Bij de Stichting (Gelijk)waardig Herstel staat het verhaal van de ouder centraal. Aan de hand van een lijst met 26 impactvolle gebeurtenissen verdeeld over de vijf onderwerpen gezin, zorg, wonen, werk en financiën wordt gekeken welke gebeurtenissen in het leven van een ouder voorkwamen, vanaf het moment van een onterechte terugvordering van kinderopvangtoeslag. Per gebeurtenis is er een vaste vergoeding. Bijvoorbeeld wanneer je de kinderen niet kon geven wat ze nodig hadden, dan levert dat een vergoeding op van € 2.500. Heb je psychische klachten gekregen? Of fysieke klachten? Heb je je uitgesloten gevoeld? De vergoeding per gebeurtenis varieert zo ongeveer tussen de twee- en vijfduizend euro. Hogere vergoedingen worden betaald voor niet of minder kunnen werken (gemaximeerd op zeven jaar) en verlies van de woning.
Als een gebeurtenis zich heeft voorgedaan, bijvoorbeeld verlies van inkomen door ziekte, uithuisplaatsing van een kind of verlies van sociale contacten wordt aangenomen dat er een relatie is met de kinderopvangtoeslagaffaire. Dat verband hoeft niet verder onderbouwd te worden.
De bedragen per gebeurtenis staan vast en dat betekent ook dat de schadevergoeding niet boven een bepaald maximum kan komen.
Bij de Commissie Werkelijke Schade worden ook vaste (‘forfaitaire’) vergoedingen toegekend. Voor de immateriële schade werkt de CWS voor het emotionele leed met 22 factoren waarvoor (indien van toepassing) per factor € 750 wordt vergoed, soms aan één ouder, soms aan beiden. Daarnaast heeft de CWS nog een aantal andere bouwstenen voor immateriële schade, zoals onder meer de gezinssamenstelling en het aantal stressvolle jaren vanaf de eerste negatieve kinderopvangtoeslagbeschikking.
De CWS vergoedt ook materiële schade zoals bijvoorbeeld vervangende opvangkosten, inkomensschade door ziekte, inkomensschade door studievertraging, gedwongen verhuizing en schade doordat iemand noodgedwongen minder ging werken. Daarvoor worden ook vaste bedragen vergoed, bijvoorbeeld € 2.000 bij gedwongen verkoop van sieraden.
Anders dan bij de Stichting kunnen ook hogere bedragen worden vergoed. Dan worden wel hoge(re) eisen gesteld aan de onderbouwing van die schade. Dat maakt de CWS geschikt(er) voor complexe zaken waarin iemand niet meer kon werken, zijn (koop)woning verloor of het eigen bedrijf kwijtraakte. Wanneer een dergelijke inkomensschade ruim boven de 100.000 euro ligt kan de ouder beter bij de CWS terecht dan bij de stichting. Tenzij….
In de praktijk is bij de CWS een probleem dat het verband tussen de problemen met de kinderopvangtoeslag en de schade aannemelijk moet zijn. Voor ouders die ziek zijn geworden en arbeidsongeschikt raakten kan het moeilijk zijn om dat verband aan de CWS duidelijk te maken. Dan kan een advies van een medisch deskundige worden gevraagd. De deskundige kan oordelen dat het medisch probleem ook zonder de problemen met de kinderopvangtoeslag was opgetreden en dan wordt voor dit aspect niets vergoed. Soms leidt het oordeel van de deskundige tot de conclusie dat de schade deels aan de toeslagenaffaire ligt en dan wordt de schade deels vergoed. Hoewel de hoogte van de schadevergoeding bij de CWS geen maximum kent worden er zelden schadevergoedingen van meer dan 100.000 vergoed.[1]
Samenvattend:
- De Stichting vergoedt alleen vaste bedragen
- Bij de Stichting worden bedragen makkelijker toegekend
- De CWS vergoedt vaste bedragen maar kan ook hogere bedragen toekennen
- De CWS is ook geschikt voor complexe gevallen
- Kies de CWS als de inkomensschade ruim boven de € 100.000 is en het causale verband met de toeslagenaffaire kan worden aangetoond
3. Procedure en aanmelding
Bij de Stichting wordt veel tijd ingeruimd om met de ouder te praten over wat hij of zij heeft meegemaakt. Emotioneel herstel is nadrukkelijk een van de doelen van dit proces. Een getrainde vrijwilliger (een luisterend schrijver) voert die gesprekken en stelt het verhaal van de ouder op. Een schadeanalist bepaalt aan de hand van het verhaal wat de schadevergoeding wordt.
Aanmelding kan alleen nog voor ouders die bij de integrale beoordeling een schade van meer dan € 30.000 hadden (dus geen aanvulling tot dat bedrag). Wie alleen gedupeerd is op basis van een onterechte opzet/grove schuld kwalificatie kan zich niet aanmelden. Op dit moment neemt de Stichting nog steeds geen nieuwe aanmeldingen aan. Bij de Stichting duurt het proces circa twintig weken (zij het dat er nu vertraging is opgetreden, hopelijk tijdelijk).
Bij de CWS vult de ouder zelf, eventueel met hulp van een advocaat, een formulier in. Daarin moet het verhaal van de ouder worden beschreven en welke schades van toepassing zijn. De CWS voert een intakegesprek met de ouder waarin alles wordt besproken. Daarna geeft de CWS een advies aan de uitvoeringsorganisatie herstel toeslagen (UHT) en die beslist. De hele procedure duurt momenteel circa twee jaar omdat er een lange wachttijd is voordat aanvragen in behandeling worden genomen.
Samenvattend:
- Bij de CWS kunnen alle gedupeerden zich aanmelden
- Bij de Stichting alleen ouders met meer dan € 30.000 schade (en niet met alleen O/GS compensatie) – maar: momenteel staan de aanmeldingen ‘on hold’
- Bij de Stichting staat de ouder centraal
- Bij de Stichting is ook emotioneel herstel een doel
- Bij CWS moet de ouder zelf alles invullen en aanleveren, ambtelijke procedure
- De Stichting werkt sneller dan de CWS
4. Rechtsbescherming
Bij de Stichting eindigt het proces met een vaststellingsovereenkomst. Als de ouder akkoord gaat met het schadevoorstel wordt de overeenkomst getekend. Verdere procedures zijn dan niet meer mogelijk. De hele procedure wordt definitief afgesloten. Als de ouder niet wil tekenen is de vraag of aanmelding bij een andere route nog mogelijk is.
De CWS-procedure eindigt met een beschikking van de UHT. Daartegen kan de ouder in bezwaar en beroep.
5. Tip: meld je nu aan, desnoods dubbel!
Nu voor veel gedupeerde ouders de tijd begint te dringen en onduidelijk is wanneer aanmelding bij de Stichting weer mogelijk is, raad ik aan om voor de zekerheid in ieder geval bij de CWS aan te melden. Dat kan ook met een heel globaal (niet onderbouwd) verzoek dat later kan worden aangevuld. Je komt dan in de wachtrij. Wanneer weer bij de Stichting kan worden aangemeld kun je dan nog overstappen. En andersom: wie al wel is aangemeld bij de Stichting maar na de procedure ontevreden is over de uitkomst heeft dan nog de mogelijkheid de overeenkomst te weigeren en alsnog bij de CWS verder te gaan.
[1] 18e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, p. 9
Stuur een reactie naar de auteur